Dit boek is het bijzondere verhaal van de vierjarige Colton, die tijdens een operatie een hartstilstand krijgt. Wonder boven wonder herstelt Colton en niet lang daarna begint hij te vertellen over de tijd die hij in de hemel heeft doorgebracht: dat hij zijn zusje, wier leven na drie maanden eindigde in een miskraam en over wie nooit werd gesproken, heeft gezien. Ook heeft hij zijn overgrootvader en zelfs Jezus ontmoet. Over al deze mensen weet hij details die hij nooit had kunnen weten en de familie realiseert zich gaandeweg dat ze Colton wel moeten geloven... 'De jongen die in de hemel was' is hun ongelooflijke verhaal, verteld door Coltons vader, maar in Coltons eigen woorden.