Oh, wat zou ik het hier paradijselijk rustig hebben als ik niet zo vaak m'n stoeltje zou verzetten. Want dat doe ik. Van de ene plek naar het andere hoekje, omdat het uitzicht steeds anders is en ik van alles zo geniet, dat ik er soms onrustig van word. Maar onrust ebt, net als haast, weg in het tijdloze vredige van deze omgeving.'
Het is 1988 als Tineke Beishuizen besluit een huisje op een Franse heuvel aan te schaffen. Na vier weken 'proefgedraaid' te hebben in een oppashuisje is Tineke om: ze wil haar drukke stadse leven kunnen afwisselen met het leven in een pittoresk Frans dorpje.