Een verhalenverteller die schrijvers nog altijd weet te inspireren
In de stapel ongevraagd toegestuurde manuscripten trof de redactie van De Arbeiderspers in 1974 een verbluffend goed geschreven, puntgaaf verhaal aan: ‘De tramrace’. De schrijver was een volslagen onbekende 52-jarige man uit Oegstgeest: F.B. Hotz.
In de twintig jaren die daarop volgden schreef Hotz een indrukwekkend oeuvre met vele prachtverhalen. In Hotz’ werk draait het om misverstanden, om slechte huwelijken, om schuldbesef, om drang tot boetedoening en misschien nog wel het meest om zoeken naar een zinvolle bestemming. Toch heeft Hotz’ werk, bij alle pech, sof en mislukking die hij beschrijft, iets monters en komisch.
‘Hotz is een grootmeester. Scherpzinnig, grappig, ontroerend, psychologisch bijzonder sterk en, wat echt een unicum is: zijn verhalen voelen niet gedateerd. Als ik bij het schrijven even vastloop trek ik regelmatig een van Hotz’ bundels uit de kast. Om een paar zinnen te lezen. Om me over te geven aan zijn ritme. Ik zou het iedereen aanraden. De beste verhalen van Hotz horen bij het beste wat de Nederlandse literatuur heeft voortgebracht.’ – THOMAS HEERMA VAN VOS