De fascinatie voor uilen bestaat al sinds mijn jeugd. Bij het huis waar ik opgroeide, verderop in de straat, broedden bosuilen en de uilen en hun jongen zaten regelmatig in de grote kastanjeboom bij ons in de tuin. Ik kreeg er nooit genoeg van om naar deze vogels te kijken en vond het prachtig ze 's avonds en 's nachts te horen roepen. En dat in de jaren '50 in het centrum van Rotterdam. Later bij mijn werk in Diergaarde Blijdorp kregen we regelmatig jonge uilen die als takkeling gevonden waren en naar de Diergaarde gebracht werden. Veel van deze uilen waren tam en aanhalig. Bosuilen werden het meest gebracht maar ook steenuilen, ransuilen en een enkele kerkuil. De kerkuilen waren fascinerend mooi met hun zijdeachtige vaak witte verenkleed, maar hielden zich gewoonlijk wat afzijdig van de andere uilen. Ze zaten het liefst in een hoekje weggedoken, waar de andere uilen gezellig naast elkaar zaten.