Hoeveel is genoeg? Om de samenleving te verbeteren heb je geld nodig en dus een economie die floreert. Vertrouwen is daarbij onontbeerlijk: in onszelf, in elkaar, in de toekomst. Je moet ook moedig en beheerst het goede doen: handelen als een goede huisvader (of -moeder). Maar wat betekent dat eigenlijk? In Economie en het goede leven beschrijft Jan Smets sereen en openhartig hoe hij als econoom en bankier dat vertrouwen heeft ervaren en heeft trachten te vergroten, ook op momenten dat het huilen ons nader stond dan het lachen. In zijn lange loopbaan heeft Jan Smets de omwentelingen meegemaakt die ons hebben gevormd tot wie we zijn: de oliecrisis en de inflatie in de jaren zeventig, het einde van de ongebreidelde naoorlogse welvaartsgroei, de val van de Muur, het halen van de Maastrichtnorm, de invoering van de euro, de crash van 2008 en wat erop volgde. Economie en het goede leven leest daardoor ook als een apocriefe geschiedenis van de laatste veertig jaar.
Jan Smets (1951) werkte vrijwel zijn hele loopbaan voor de Nationale Bank, waarvan hij in 2015 gouverneur werd. Hij leidde lange tijd de studiedienst van de Nationale Bank en was ook economisch adviseur van de eerste ministers Wilfried Martens en Jean-Luc Dehaene. Smets was daarnaast internationaal actief, als lid van de Raad van Bestuur van de Europese Centrale Bank, bestuurder van de Bank voor Internationale Betalingen en gouverneur van het Internationaal Monetair Fonds. Hij was en is nog steeds actief in bestuursorganen van onderwijs- en zorginstellingen. Onlangs verscheen zijn misdaadroman Theater.