Tijdens onderricht in Nederland van 24 tot en met 27 mei 2001 sprak Tenzin Wangyal Rinpoche voor een belangstellend gehoor over waken, slapen, dromen en dood. 'Wat is sterven anders dan slapen gaan'. Maar hoe is de kwaliteit van je slaap, en hoe helder is je droom? Hoe wakker ben je overdag? Op een heldere manier brengt Tenzin Wangyal de voor ons westerlingen vaak zo abstracte onderwerpen van sterven en dood terug tot de alledaagse proporties die ze verdienen: sterven is doodgewoon. Het onderricht bleek o.a. een grote aantrekkingskracht te hebben op mensen die werken met stervenden. Het onderwerp werd zeer toegankelijk en op verschillende niveaus behandeld. Zo ging hij in op de vraag hoe men kan omgaan met de vele emoties die gepaard gaan bij stervensbegeleiding. Daarnaast stond hij stil bij de boeddhistische leer van de elementen door te spreken over de manier waarop we kunnen overschakelen van uiterlijke ondersteuning (lichaam en zintuigen) naar innerlijke ondersteuning op het moment dat ons lichaam uiteenvalt in losse elementen tijdens het stervensproces. Naast veel uitleg over het proces zelf besteedde Tenzin Wangyal Rinpoche ook veel tijd aan meditatieve beoefening. Het uitgangspunt van de beoefening is en blijft het uiteindelijk achterlaten van alle illussies en het louter zien wat is, ook wel verlichting genoemd, zodat we het licht op het moment van sterven direct herkennen als onze Oorspronkelijke Geest. 'Spontane wijsheid is de oergrond. De vijf negatieve emoties zijn gemanifesteerde energie. Emoties zien als iets verkeerds is een dwaling. Emoties in hun natuurlijke staat laten, is de methode om de niet-dualistische staat van bevrijding te vinden. Overwinning van hoop en vrees is het resultaat.' 'Het primaire doel en het uiteindelijke reslutaat van oefenen is verlichting. Het secundaire resultaat van oefenen is het verwijderen van alle obstakels die onze geest belemmeren, zodat we een beter, kalmer en vrediger leven leiden.'