In de zomer van 1959 verhuist een jong gezin – vader, moeder en vier meisjes – vanuit Amsterdam naar een nabijgelegen dorp in een gebied dat als Waterland bekendstaat. Ze zullen er tien jaar blijven wonen. Marieke, tweede dochter, duikt in haar herinneringen van opgroeien in een nieuwbouwwijk in het Nederland van de wederopbouw en haalt een zo goed als verdwenen wereld naar boven. Van de veilige beschutting van de kinderjaren, naar de eerste scheuren in het gezinsgeluk, tot het zich loswrikken van de adolescent. Een gezin als vele andere en net zo uniek.