In 1907 stelde boswachter Bernelot Moens koningin
Wilhelmina voor om apen en mensen te kruisen. Zo
wilde hij bewijzen dat Darwin gelijk had met zijn evolutietheorie.
In Nederland kreeg hij de handen er niet voor op
elkaar. Daarop vertrok hij in 1914 naar de Verenigde Staten,
waar hij zijn plannen verder ontvouwde en krachtig
aandrong op de raciale kruisingen, om zo de wereldvrede naderbij
te brengen. Hiermee vestigde hij de aandacht van de fbi op zich, wat
zou leiden tot een opzienbarend proces vanwege zijn onzedelijke en on-
Amerikaanse activiteiten. Hij werd veroordeeld, in hoger beroep vrijgesproken,
maar daarna snel het land uitgezet, waarna hij in Frankrijk als
wereldberoemde antropoloog werd onthaald.
Historicus Piet de Rooy volgt het bizarre leven van Bernelot Moens
(1875-1938) en plaatst hem in zijn tijd, toen er fel gediscussieerd werd
over de afkomst van de mens en de gevolgen van Darwins evolutieleer
voor de inrichting van maatschappij en samenleving. Een stoet kleurrijke
personen trekt voorbij, wier denkbeelden wij nu vreemd vinden
maar die wel aan de basis liggen van het moderne racisme.