'Ik kom van onder de aarde, Magog, Magog, Magoggeltje,' zingen de kinderen op het schoolplein. En dan... komen de tegels omhoog en rijst een gedaante uit de grond op!
Joost durft het lied verder te zingen. 'Wat hebt ge voor mij meegebracht?'
Het antwoord is: 'Een blinkend blauwe maansteen.'
Om die te krijgen moet hij het voetspoor volgen, tot aan de diepe vijver in het bos, waar de Koning van de Onderwereld heerst. Gelukkig is hij niwet alleen: zijn vriend Jan gaat mee. Ze ontmoeten ook Prins I-an, die een belofte aan de Koning moet inlossen.
Joost en I-an lopen vele gevaren, maar gelukkig krijgen ze hulp van onverwachte zijde...