In de jaren zestig van de vorige eeuw leek het erop dat het secularisme de nieuwe ideologie zou worden en dat religie had afgedaan. Maar God is terug: een toenemend aantal mensen ziet religie als een stuwende kracht in hun persoonlijke leven en ook in het openbare leven is er sprake van een opleving van de religie. Tegelijkertijd is er sprake van een sterk toenemend antireligieus sentiment: schrijvers als Richard Dawkins en Christopher Hitchens keren zich fel tegen oude en nieuwe godsdienstigheden. Karen Armstrong onderzoekt in De kwestie God de rol van godsdienst in het verleden, beschrijft de ontwikkeling ervan in onze moderne tijd, brengt de heersende vooroordelen en vooronderstellingen van gelovigen en nietgelovigen in kaart en gaat mogelijkheden na voor een nieuwe manier van geloven, die het beste van de traditie incorporeert en oplossingen biedt voor de problemen van onze tijd. Armstrong concentreert zich daarbij op christendom, jodendom en islam, maar refereert ook aan boeddhisme, hindoeïsme en Chinese spiritualiteit.