Het brein heeft iets magisch. Het is het orgaan waarmee we de wereld waarnemen en dat ons gedrag aanstuurt en ons gevoel regelt. In de afgelopen tien jaar is bijna net zo veel hersenonderzoek verricht als in de hele twintigste eeuw. Je leest er dan ook overal over tegenwoordig: ‘Een apparaat dat je kind beter leert rekenen’, ‘Hersenscanners vertellen of je liever Coca-Cola of Pepsi koopt’, of: ‘Hersenonderzoek verandert ons strafrecht’. Het is lastig te bepalen welke van die beweringen waar zijn. Kijken in het brein neemt de lezer mee in de wereld van de hersenscans. Wat kun je eigenlijk écht onderzoeken met hersenscans? En wat niet? Waar liggen de kansen, en wat zijn neuromythen en neurosciencefiction?