Marin komt als bijna-kleuter terug bij zijn ouders in Nederland na ruim drie jaar te hebben gewoond bij zijn familie in Joegoslavië. De complexe huissituatie én de achterstandswijk waar zijn ouders wonen, zorgen al snel voor ingrijpende veranderingen in het tot dan toe vredige leventje van het immigrantenkind. Beetje voor beetje wordt hij een 'kind van de straat'. Een verstandshuwelijk dat hem steeds verder van zichzelf vervreemdt. Dan breekt, als klap op de vuurpijl, de burgeroorlog in Joegoslavië uit.
Marin, kind van een Kroatische vader en een Servische moeder, ziet zichzelf genoodzaakt partij te kiezen. Een nieuwe oorlog breekt uit. Die in Marin zelf: hoofd tegen hart. Gevangen tussen twee culturen, verteerd door een heftige innerlijke strijd, begint zijn zoektocht naar een eigen, nieuwe identiteit. Wie ben ik? Bij wie hoor ik? Een zoektocht vol geweld, pijn en verdriet. Maar ook een die hoop en inzicht biedt. Gedreven door de wil innerlijke vrede te vinden, begint hij aan deze moeilijke reis. Een reis die leidt door de schaduwzijde van de maatschappij en over de verlaten vlakten
van de menselijke geest. Voortbewogen door hoop, geleid door emoties. Is hij sterk genoeg om oog in oog te komen met dat wat hij zoekt?