Geïnspireerd door de mensen om hem heen, ervaart Carel ter Linden tijdens zijn leven een verandering in de wijze waarop hij zich verhoudt tot het geloof en de verhalen uit de bijbel. Het idee dat de wereld en het leven een diepe betekenis moet hebben, een verborgen Zin, raakt hij langzaam kwijt. Natuurlijk wil hij wel een zin aan zijn leven geven, en proberen er iets van te maken, maar dat is een zin zonder hoofdletter. Ter Linden kan zich echter geen leven voorstellen zonder de verhalen van het Oude en Nieuwe Testament en de diepe wijsheid die daarin ligt opgeslagen.
De Arbeiderspers vroeg Carel ter Linden een boek te schrijven over wat hij zelf gelooft, of niet (meer) gelooft. Kortom: wat hij aan zijn kinderen zou kunnen of willen doorgeven. Daarmee is Wat doe ik hier in GODSNAAM? het verslag van een spirituele zoektocht en een uiterst persoonlijk verhaal geworden.