'Ik heb een aangetrouwde neef, een viceadmiraal b.d., die nooit romans leest. Hij zegt: wat heb je aan een relaas over gebeurtenissen die nooit hebben plaatsgevonden? Hoewel ik zelf wél graag romans en verhalen lees, kan ik die neef niet helemaal ongelijk geven: het is inderdaad een vreemde neiging, dat willen lezen over dingen die niet echt gebeurd zijn. Het eigenaardige is, dat die neef voor één roman een uitzondering maakt. Dat is de roman Anna Karenina. Daarin worden de dingen zo beschreven dat je niet merkt dat het niet echt is. En inderdaad: Tolstoj weet in dat boek misschien nog meer dan in zijn andere boeken een ongelooflijk gevoel van "realiteit" op te roepen. Zoals je bij een ouverture van Rossini het gevoel hebt dat je in de schouwburg zit en ieder ogenblik het doek op kan gaan, zo heb je ook een gevoel van lijfelijke aanwezigheid als Stiva Oblonski 's morgens aan zijn ontbijt een vers gedrukte liberale krant opent, als Vronski dat paard doodrijdt en als Anna in het donker voelt hoe haar eigen ogen schitteren.' - Karel van het Reve