Ze noemen zich handelaren in humor. Al meer dan twaalf jaar verkopen ze het publiek van hun cabaretvoorstellingen avond aan avond plezier en luim. Ze zijn dealers van de lach. Ze helpen ziekten bestrijden en voorkomen. Ze brengen mensen terug naar de bron van hun bestaan. En zo leuk is dat helemaal niet. De hilarisch komische gebroeders Ludo en Egon Smulders worden op hun tocht langs de Nederlandse theaters, cafés en skyboxen vergezeld door hun aangever en tekstschrijver Giph, de hoofdpersoon uit onder andere de roman Ik omhels je met duizend armen. Na hun zesde succesvolle tournee worden de mannen, die behoorlijk op elkaar zijn uitgekeken, door hun impresario Junior meegenomen naar het ijskoude IJsland, om daar de basis te leggen voor de (al uitverkochte) nieuwe show. Het plan is gletsjers te bezoeken, met sneeuwscooters rond te racen en het nachtleven van Reykjavik grondig te leren kennen. Op IJsland moet de eenheid worden hersteld, het vuur aangewakkerd, de passie hervonden. Dit is zeker bij Giph hard nodig. Na de heftige verliefdheid op een Friese jonge vrouw en de zeer moeizame geboorte van een zoon genaamd Bent stelt hij zich eindelijk de wezenlijke vraag: waarom zou je het publiek aan het lachen proberen te maken als het lachen jezelf is vergaan?