Twee echtparen gaan een week naar een zonnig eiland om de weduwe van hun broer over te halen de erfenis met hen te delen. In het fortuin ziet ieder een kans voor een nieuwe start. Maar de schoonzus aarzelt, ze kan niet kiezen en de groepsdruk wordt opgevoerd om haar over de streep trekken. In deze idyllische omgeving raakt iedereen uit zijn evenwicht. Alles wankelt: relaties, werk, ambities en overtuiging. Als tijdens een zeiltocht de storm ook letterlijk toeslaat, is het de vraag of ze deze nog gezamenlijk het hoofd kunnen bieden. De zeven lange dagen leiden tot een apotheose waarin hun wereld ten onder gaat. Een spannende roman over de tijdgeest vol keuzestress, hebzucht en graaicultuur.