Twee jaar voordat hij stierf aan tuberculose schreef Tsjechov in Jalta aan de Zwarte Zee, hoestend en bloed spuwend, De Kersentuin. Op zoek naar zijn nagedachtenis dwaalde Lisette Lewin in 1983 een week in de badplaats die, nog onder het communisme, onveranderd leek sinds De dame met het hondje er haar geliefde ontmoette. De volgende decennia maakte de schrijfster meer zoektochten naar oorden waar haar geliefde schrijvers werkten en geluk of ongeluk beleefden.
Verbluft en ontroerd stond zij in hun werkkamer bij hun schrijftafel, waar haar helden hun meesterwerken schiepen, zoals in het geval van Thomas Mann in Zürich. Ze ging op zoek naar Poesjkin in Odessa, Petersburg en in zijn ballingsoord op het familielandgoed Michailovskoje, en naar Theodor Herzl als jonge gefrustreerde toneelschrijver in Wenen. Ze beroerde de toetsen van de schrijfmachine van Michail Zosjtsjenko en zocht Marcel Proust in Parijs en Cabourg. In Schommelingen van het hart zijn alle literaire queestes van Lisette Lewin gebundeld: ontroerend, geestig, informatief, maar bovenal vol liefde.