Doel van de test
Het Diagnostisch Instrument voor Apraxie van de Spraak (DIAS) is een instrument waarmee de diagnose ‘spraakapraxie’ gesteld wordt. Daarnaast kan met het DIAS de ernst van de spraakapraxie worden bepaald. Het DIAS is het eerste betrouwbare en gestandaardiseerde instrument voor het specifiek diagnosticeren van spraakapraxie, los van eventueel aanwezige andere stoornissen, zoals afasie en / of dysartrie. Met de test legt men een goede basis voor een passend therapieplan voor de patientgroep met spraakapraxie en het instrument brengt het effect in kaart van specifiek op spraakapraxie gerichte therapie.
Het DIAS onderzoekt de aard van de spraakapraxie door na te gaan welke specifieke symptomen van de stoornis aanwezig zijn en in welke mate. Daarnaast bepaalt het instrument het niveau van de doelbewuste articulatie, waarmee de ernst van de spraakapraxie in kaart wordt gebracht.
Met het DIAS onderzoekt men patiënten bij wie een vermoeden bestaat dat er sprake is van spraakapraxie of waarbij al is vastgesteld dat er sprake is van spraakapraxie. Het instrument is geschikt om af te nemen aan het eind van de acute fase en bij de aanvang van de revalidatiefase. Om logopedische therapie te kunnen evalueren wordt geadviseerd het DIAS met tussenpozen van 3 maanden af te nemen en de uitkomsten van de afnamen te vergelijken.
Toepassing
• Diagnose: stelt de diagnose spraakapraxie en bepaalt de ernst van de stoornis.
• Differentiaaldiagnose: levert een bijdrage aan de differentiaal diagnostiek bij logopedisch onderzoek. Spraakapraxie wordt onderscheiden van afasie (specifiek met fonologische problemen) en dysartrie.
• Behandeling: helpt bij het maken van een passend therapieplan voor patiënten met spraakapraxie
• Evaluatie: bepaalt het effect van gegeven therapie, door het vergelijken van de aanwezigheid van specifieke kenmerken (aard van de stoornis) en het vergelijken van het niveau van articulatievaardigheid (ernst van de stoornis) na herhaalde metingen.
• Onderzoek: levert een bijdrage aan wetenschappelijk onderzoek, in het bijzonder bij therapie- effectstudies, doordat met het DIAS onderzoeksresultaten beter met elkaar kunnen worden vergeleken.
Wat meet het DIAS?
Het DIAS bevat vier taken, gericht op de articulatorisch- motorische programmering:
1. aansturing van de articulatiespieren, los van de spraak (buccofaciaal)
2. bewuste articulatie van individuele klanken
3. diadochokinese (afwisselen van articulatieplaats en -wijze)
4. articulatie van woorden met een toenemende articulatiecomplexiteit
Met deze vier taken worden de specifieke kenmerken van de spraakapraxie en de ernst van stoornis vastgesteld.
Voor wie?
Het DIAS kan worden afgenomen zonder specifieke kennis over de achtergronden van spraakapraxie. Scoring en interpretatie mogen echter alleen worden uitgevoerd door professionals die deze kennis wel hebben.
Afname en scoring
Alle taken van het DIAS worden op multimodale (mondeling en schriftelijk) wijze aangeboden. Dit heeft als doel de invloed van eventueel aanwezige fatische stoornissen zoveel mogelijk te vermijden. De afname verloopt in een vaste volgorde, bij voorkeur achter elkaar door en duurt 30 tot 45 minuten. Elke afname wordt opgenomen op video en achteraf gescoord.
Normen
De diagnose spraakapraxie wordt gesteld op basis van een cutoff-score met betrekking tot het aantal aanwezige kenmerken in combinatie met de aanwezigheid van combinaties van specifieke kenmerken.
De interpretatie van de ernstscores wordt uitgevoerd met behulp van normtabellen. Er kan een vergelijking worden gemaakt met de scores van patiënten met spraakapraxie (percentielen) en met de scores van mensen zonder spraakstoornis (gemiddelden).
Materialen
• Diagnostisch Instrument voor Apraxie van de Spraak (DIAS) — complete set (handleiding, testmateriaal, scoreformulieren)
• Diagnostisch Instrument voor Apraxie van de Spraak (DIAS) — scoreformulieren
• Diagnostisch Instrument voor Apraxie van de Spraak (DIAS) — handleiding