Doel van de test
De GVL meet de kwaliteit van gezins- en opvoedingsomstandigheden van kinderen in de leeftijd van 4 t/m 18 jaar. Gezinsomstandigheden hebben grote invloed op de gedrags- en emotionele ontwikkeling van kinderen en jongeren. Wanneer zich in een gezin problemen voordoen, kan dit de sociaal emotionele ontwikkeling van kinderen ernstig verstoren. In de jeugdzorg is men er inmiddels van doordrongen dat het behandelen van alleen de jeugdige niet voldoende is, maar dat ook altijd aandacht voor het gezin noodzakelijk is. Gezinsvragenlijsten screenen de opvoedingsinvloed van het gezin meestal alleen via de ouder-kind relatie. Het gezin bestaat echter uit meerdere relaties: ook de relatie tussen de ouders onderling en tussen het gezin en haar omgeving zijn onderdeel van het gezinssysteem. De Gezinsvragenlijst meet deze meervoudige gezinsrelaties en screent zowel het opvoedgedrag van de ouders als het functioneren van het gezin als geheel. Afname brengt aan het licht waar het gezin eventueel tekort schiet, wat de risico’s zijn op problematisch gedrag bij een kind en waar de mogelijke oorzaken liggen van problemen in het gezin. Afname van de GVL verschaft aanknopingspunten voor interventies.
Toepassingsmogelijkheden
Screening: screent het gezinsfunctioneren en spoort risicovolle pedagogische en gezinsomstandigheden op bij gezinnen met schoolgaande kinderen in het gewoon basisonderwijs, het speciaal basisonderwijs en het voortgezet onderwijs. Periodieke afname brengt het beloop van risicovolle gezins- en opvoedingsomstandigheden in beeld.
Diagnose: bepaalt of doorverwijzing naar jeugdzorg nodig is. Geeft aanknopingspunten voor gezinsinterventies. Bepaalt de aard en de ernst van problemen in de gezins- en opvoedingssituatie.
Behandeling: geeft aanknopingspunten voor interventies. Evalueert de voortgang en de effectiviteit van interventies.
Wat meet de GVL?
De GVL screent de relaties tussen de ouders en het kind, tussen de ouders onderling en tussen het gezin en haar omgeving. Daarnaast screent de GVL de context waarbinnen deze relaties zich afspelen: de organisatie van het gezin en de gezinsstructuur. De GVL bestaat uit vijf basisschalen die samen het totale gezinsfunctioneren vertegenwoordigen:
• responsiviteit (de opvoedingsrelatie van de ouders met het kind)
• communicatie (de communicatie van de ouders met het kind)
• organisatie (de gezinscontext waarbinnen de gezinsrelaties plaatsvinden)
• partnerrelatie (de onderlinge relatie tussen de ouders)
• sociaal netwerk (de relaties van het gezin met de omgeving)
Voor wie?
De GVL wordt ingevuld door de ouders of opvoeders van het kind, of door personen die het kind en het gezin goed kennen. Maatschappelijk werkers, groepsleiders, psychologen, orthopedagogen en andere professionele hulpverleners kunnen de uitslagen van de test gebruiken ter taxatie van de gezins- en opvoedingssituatie van kinderen en gezinnen. Testuitslagen mogen echter alleen worden geïnterpreteerd door psychodiagnostisch geschoolde personen.
Afname en scoring
De GVL bestaat uit 45 vragen. De afname duurt circa 30 minuten. Het invullen en scoren kan enerzijds handmatig plaatsvinden. U kunt de GVL ook geautomatiseerd afnemen en scoren met behulp van Testweb.
Belangrijk: u kunt deze test alleen afnemen indien u over de GVL Handleiding beschikt.
Normgegevens
Interpretatie van de scores vindt plaats door de scores van individuele respondenten te vergelijken met normen die het onderscheid tussen wel en geen problematiek weergeven. Voor de interpretatie worden in de handleiding de volgende normgegevens verstrekt:
• Algemene bevolking
• Klinische gezinnen