Een man kijkt door een glazen wand naar zijn dochtertje. Ze is nog maar twee dagen oud. Herinneringen aan zijn eigen kinderjaren golven in hem omhoog – vooral ongelukkige herinneringen. Als hij zijn dochter gaat aangeven bij de burgerlijke stand, geeft hij als naam op: Zenaïde. Het is de naam van een vrouw die diepe indruk op hem heeft gemaakt toen hij nog een kleine jongen was.