Het psalter van 150 psalmen is onderverdeeld in vijf boeken. Over het eerste daarvan (psalm 1–41) ging Tegen David aan
praten, een ‘stapel dagboekachtige aantekeningen’. In dezelfde trant schreef ik Een stille duif in de verte (over psalm 42–72) en Psalmgetier (over psalm 73–89 en 90–106). Dit laatste deel van mijn viertal bevat notities over het vijfde psalterboek (psalm 107–150). De titel Lofzang is geen luxe verwijst naar de vele pelgrimsliederen en lofgezangen die daarin voorkomen, vanaf die lange lofzang op de tora, psalm 119. ‘Hoe lees ik als dichter het werk van die prominente collega’s
van toen?’Willem Barnard ging lezen en doet op onbevangen wijze verslag van zijn ontmoeting met de psalmen. Met Lofzang
is geen luxe sluit hij zijn serie Gepeins bij psalmen af. Willem Barnard is dichter en essayist; als dichter publiceert
hij onder de naam Van der Graft, als essayist schrijft hij voornamelijk over bijbel en liturgie.